Kinderboek

Kinderboek

Ruim een jaar geleden kwam er iets op mijn werk-verlanglijstje bij: een kinderboek schrijven. Dat wilde ik graag. Over Sterre; hoe kon het ook anders. 

Ik wist dat het ervan zou komen, maar de precieze invulling zag ik nog niet voor me. Tot deze zomervakantie. Sterre, Sietse en ik waren in Duitsland op weg naar de bakker om verse croissants te halen voor het ontbijt. Ik duwde Sterres rolstoel de heuvel op en Sietse stepte voor ons uit. In een flits kwam alles bij me op: de insteek, een deel van de teksten en de vormgeving van het kinderboek. Over – hoe kon het inderdaad ook anders – allebéi mijn kinderen. En vooral ook: geschreven samen met hen.  

Tussen de croissants door vroeg ik even later Sterres en Sietses mening over dit idee. Sietse was een seconde stil, maar daarna dolenthousiast en Sterre wilde meteen achter haar computer om te beginnen met typen. Volgende week start ik zelf met schrijven. Ik kan niet wachten, zoveel zin heb ik erin!

Opa

Opa

Begin deze maand, we ontbijten met z’n vieren in het Duitse vakantiehuisje waar we een week verblijven. Ergens tussen de happen van haar chocoladecroissant door, begint Sterre plots te gniffelen. Haar gelach wordt harder en ze ‘praat’ er ook bij. Lees: omdat ze nog niet goed kan articuleren (praten is ook een vorm van bewegen; hiervoor zijn vele spieren nodig die op het juiste moment op de juiste manier worden aangestuurd, en da’s nog lastig voor Sterre) verstaan we haar niet, maar Sterre maakt geluiden, knikt van ja en schudt van nee. Lees 2: Sterre voert een gesprek, en ze heeft het duidelijk niet tegen Mark, Sietse of mij. 

Thuis zit Sterre bijna altijd achter haar spraakcomputer, maar op vakantie heeft ze daar minder behoefte aan. Dus spellen we samen, als ze aangeeft ook iets tegen mij te willen zeggen, op de ‘ouderwetse manier’. Lees 3: ik heb het alfabet in rijen verdeeld, noem de nummers van deze rijen en Sterre knikt bij de rij waarin de letter staat die ze nodig heeft. Vervolgens noem ik de letters uit die rij op en Sterre knikt weer bij de juiste letter. Wij kunnen dit razendsnel, dus binnen een minuut spelt Sterre: “Mama, wil je ook met opa praten?”

“Telepathisch, bedoel je? Met opa Arie of opa Maarten?” Mijn vader en schoonvader leven allebei nog en Sterre is een ster in telepathie, dus ik denk dat ze dit bedoelt. 
“Nee, met jouw opa”, spelt Sterre. Het blijkt om opi R. te gaan, mijn opa die drie jaar geleden overleed. Sterre vervolgt, haast zonder mijn antwoord af te wachten, haar gesprek. Ze praat, knikt meerdere keren van ja en ligt vooral steeds meer dubbel van het lachen. Typisch opi R., herken ik. Hij lachte veel, nog het hardst om zijn eigen grappen, op een superaanstekelijke manier. 

Sterre praat nog zeker vijf minuten door en Mark en ik kijken elkaar aan en genieten. Van de ziel van mijn lieve opa die zich zo vanzelfsprekend meldt bij onze wijze dochter, voor wie dit soort contact doodnormaal is, om het maar even typerend te omschrijven. 

Als Sterre even later, nog steeds met een grote grijns op haar gezicht, aangeeft verder te willen met haar ontbijt, snijd ik een nieuwe hap van haar chocoladecroissant. Met tranen in mijn ogen, dat wel.  

Omhelzing

Omhelzing

Papa (Mark) is twee nachten weg geweest. Naar zijn tante in Frankrijk. Het was hoog tijd: vorig jaar overleed Marks oom en hij had zijn tante sindsdien nog niet gezien (de crematie vond in zeer besloten kring plaats). Als gezin vonden we eerder geen ruimte om Mark de 700 kilometer tussen ons huis en dat van zijn tante te laten overbruggen. Nu, aan het einde van Marks zomervakantie, lukte dat alsnog.
Mark had het fijn en ik gunde het hem zó. En toch kon ik tegelijk niet wachten tot we weer met z’n vieren waren. Voor Mark en de kinderen gold hetzelfde.

Wij wijten het feit dat we niet langer dan een (werk- of school)dag zonder elkaar kunnen, aan wat we hebben meegemaakt tijdens en na Sterres geboorte. Als de dood van je kind zo dichtbij komt: dat verwijdert óf versterkt, vermoed ik. Het verbond ons dusdanig dat we onrustig worden als we niet bij elkaar in de buurt zijn. Even is prima (lees: bijtanken), maar langer, dan voelen we ons ontheemd. Allevier. 

Een andere moeder keek er laatst van op dat Sietse het spannend vond dat Mark en ik een keer twee dagen en een nacht alleen met Sterre naar Antwerpen gingen. Zij is zelf voor haar werk regelmatig een paar nachten van huis, waardoor haar kinderen heel ‘zelfstandig’ zijn.
Dat dit bij ons anders is, vind ik niet negatief. In eerste instantie waren het wellicht óók angst en zorg(en) die ons als gezin verbonden, maar dat is verleden tijd. We voelen vooral diepe zielsverwantschap. Nog een paar uur, dan komt papa thuis. De omhelzing zal niet van de lucht zijn. 

Boost

Boost

Wat is er fijner dan een boost levensenergie letterlijk en figuurlijk door je heen te voelen stromen, waardoor als vanzelf nieuwe, inspirerende plannen opborrelen?

Inspiratie
zit in alles
manifestatie
van energie
Leef, leer
groei en…
zie!